Sick of smoking. In grote witte letters staat het op een rood T-shirt hangend op een knaapje aan de keukendeur van longarts Wanda de Kanter. De slogan van de gelijknamige stichting springt in het oog zodra je binnenkomt in haar huis aan de Vossiusstraat waar ze met man Huib drie kinderen (een dochter en een jongenstweeling) grootbracht. De Kanter strijdt samen met collega en vriendin Pauline Dekker al jaren tegen de tabaksindustrie. Hoe hard ze oordeelt over multinationals als Philip Morris en British American Tobacco, zo meelevend is ze voor haar longkankerpatiënten, van wie vijfentachtig procent ziek is geworden van het roken. Het enige bezwaar tegen de slogan vindt ze dan ook dat rokers hem soms opvatten als een beschuldiging aan hun adres, en dat is absoluut niet de bedoeling. Sick of the tabaksindustrie, moet het eigenlijk zijn, maar dat past niet groot genoeg op het shirt (stop de tabaksindustrie staat er nu in het klein op als onderschrift).
Rokers zijn slachtoffers van een gewetenloze dader. In die termen praat ze erover, vooral als ze het heeft over de strafzaak die longkankerpatiënt Anne Marie van Veen en een COPD-patiënt Lia Breed voorbereiden met advocaat Bénédicte Ficq. De stichting Rookpreventie Jeugd, ook opgericht door Dekker en De Kanter, doet mede-aangifte. Ficq heeft de zaak eind september aangebracht bij het Openbaar Ministerie, gericht tegen vier tabaksfabrikanten die actief zijn in Nederland. Op de site van Sick of Smoking, een effectief platform dat online door twintigduizend mensen wordt gevolgd, hebben nog ruim 1300 andere zieke (ex)-rokers laten weten dat ze graag aangifte willen doen. Ergens in de komende maanden wordt duidelijk of het OM de vier fabrikanten gaat vervolgen. Zo niet, dan zal een artikel 12 – procedure volgen, waarmee het OM op last van het gerechtshof gedwongen kan worden toch tot vervolging over te gaan.
Voor we De Kanter thuis treffen, mogen we in het Antoni van Leeuwenhoek, waar ze werkt, bij de controleafspraak zijn van een mevrouw uit Zaandam. Ze is optimistisch en goedlachs, ondanks het slechte nieuws dat ze onlangs te horen kreeg. Haar kleincellige longkanker met uitzaaiingen in onder andere de lever flakkert op na een korte periode van rust. Van alles is geprobeerd, en ze krijgt opnieuw levensverlengende chemo, maar of dat haar veel extra tijd zal geven is de vraag. Voor een experiment met een nieuw medicijn heeft ze bedankt. Om aan de strenge voorwaarden van de studie te voldoen had ze het feest voor haar zestigste verjaardag moeten missen en dat zag ze niet zitten. Ze is stellig in haar afwijzing en De Kanter probeert haar niet te overtuigen. Deze mevrouw weet wat ze nog wil.
Ze pakt haar agenda om afspraken te maken voor komende behandelingen en controles. Op die en die dag kan ze niet want dan gaat ze een avondje uit, zegt ze. “Wat ga je doen dan?” vraagt De Kanter nieuwsgierig. Bowlen. Ze heeft er nu al zin in. Ofschoon de mevrouw nog het postuur en de levenslust heeft van iemand die de ene strike na de andere gooit, laten de scans iets anders zien.
In totaal komen er in Nederland jaarlijks ruim twaalfduizend longkankerpatiënten bij en overlijden er ook weer tienduizend. En dan hebben we het nog niet over de mensen met andere vormen van aan roken gerelateerde kanker. Of over longfalen, COPD en andere rokersziekten aan de luchtwegen, die De Kanter niet meer behandelt sinds ze drie jaar geleden de overstap maakte van het Rode Kruisziekenhuis in Beverwijk naar het Antoni van Leeuwenhoek. Nu ziet ze vrijwel uitsluitend nog longkanker. Veel stadium vier: uitgezaaid, geen of nauwelijks kans op genezing. Op het gebied van zinvolle levensverlenging en palliatie probeert ze zoveel mogelijk voor hen te betekenen, onstuitbaar als ze is op alle fronten van haar werk: voor de patiënt, tegen de industrie.
Morgen is het 1 januari. Er gaan vast weer duizenden rokers een poging doen om te stoppen.
“Ja, gelukkig wel. Helaas komen er ook elk jaar weer veel rokers bij. Nederland telt er bijna vier miljoen. Het belangrijkste cijfer van nu is dat vorig jaar 37 procent van de mensen tussen de twintig en de dertig rookte. Daar zitten ook studenten bij die na hun studie vaak redelijk bijtijds stoppen, maar ook dat is erg. Eerder deze maand is in een grote internationale studie aangetoond dat ook als je minder dan één sigaret per dag rookt de kans op longkanker negen keer verhoogd wordt.”
Het idee dat de af-en-toe-op-een feestje-roker nauwelijks risico loopt, is dus onzin?
“Ja. Ik begrijp die gedachtegang maar al te goed, als ex-roker. Vroeger dacht ik ook zo. Ik droomde wel dat ik longkanker kreeg, maar eigenlijk was ik er zeker van dat het niet kon met mijn twee sigaretjes per dag. Van die echte partyrokers vond ik vooral onhandig en ik schaamde me altijd omdat ze hardcore verslaafden het idee geven dat het kan, af en toe een peuk op een feestje. De meeste mensen slagen er niet in het daar bij te houden. Daarnaast is het dus helemaal niet zonder risico. Natuurlijk is er een dosis-respons relatie – als je extreem veel rookt, is de kans nog veel groter – maar in het Antoni van Leeuwenhoek zien we ook veel lichte rokers. Het DNA raakt beschadigd bij elk trekje en kanker is een ziekte van het DNA. Sigaretten zijn kankerstokken, letterlijk. Dertig procent van alle kankersterfte komt door roken. En dat cijfer wordt hoger, naarmate we meer te weten komen. Vroeger dachten we dat een op de twee rokers doodgaat aan roken, inmiddels is het twee op de drie, een kwart voor hun vijfenzestigste. Het is zo’n onwijs groot probleem, echt.”
U bent al zo lang bezig met dat grote probleem. Vijftigduizend exemplaren van het boek Nederland stopt! verkocht, cursussen, lezingen, knokken tegen de industrie via allerlei manieren en kanalen, en dan aan het einde van het jaar weer meer longkankerpatiënten met een vijfjaarsoverleving van 15 procent. Maakt het u niet mismoedig?
“Nee. Het maakt me vooral boos, en overtuigd van de goede zaak. Het is zo oneerlijk hoe mensen verslaafd gemaakt worden door de tabaksindustrie. Er zitten wel zesduizend middeltjes in sigaretten om je verslaving te bevorderen. Ze zijn addictive by design: door de toevoeging van ammoniak dat de nicotine binnen zeven seconden via je longen naar je brein brengt, door suikers, honing, het roosteren van de tabak zodat de pH-waarde daalt. Zo kan ik nog eindeloos doorgaan. Ook over de sluwe ring van kleine ventilatiegaatjes die maakt dat een rookmachine maar de helft meet van wat je als roker aan teer binnenkrijgt. De sjoemelsigaret, noemt Bénédicte hem. Nee, een sigaret heeft echt niets te maken met een natuurlijke, bijzondere melange van smaken, zoals wijn. Het erge is dat de fabrikanten zich richten op kinderen. ‘Als ze lippen hebben, willen we ze’, ‘Kinderen zijn ons enige doel’; het staat allemaal in hun eigen documenten waarvan ze er 14 miljoen moesten vrijgeven tijdens civiele schadevergoedingszaken in de Verenigde Staten.”
En die strategie geldt nog steeds?
“Absoluut. In de derde wereld is dat heel duidelijk omdat er vaak minder restricties gelden. Daar zie je overal verkooppunten in de buurt van scholen, sponsoring van muziekfestivals en reclamecampagnes gericht op de jeugd. Zoals deze: If you never fall in love, if you never succeed, be Marlboro. Met andere woorden: je zal altijd iemand zijn zolang je maar rookt. Hier is de gerichtheid op jongeren ook nog evenzeer in stand, maar het is wat subtieler. Onlangs ontmoette ik iemand die een bedrijfsfeest moest organiseren voor Philip Morris Nederland. Het moest in jasjesstijl.”
Jasjes?
“Met een y. Yasjes: young adult smokers. Ze mogen het woord kinderen niet gebruiken. Vandaar. Het feest moest een jonge, frisse uitstraling hebben, was de boodschap aan de partyplanner, ter motivatie van de medewerkers, puur en alleen om yasjes te veroveren.”
Hoe doen ze dat dan nu ze al jaren geen reclame meer mogen maken?
“Op allerlei sneaky manieren. Ze proberen bijvoorbeeld aan belangrijke tafels te zitten en toonaangevende projecten te sponsoren: de nieuwe vleugel van het Rijksmuseum, het Aidsdiner. Heel cynisch als je bedenkt hoe groot het probleem van tabaksverslaving is onder HIV-patiënten. Hun grootste bedreiging is niet meer aids krijgen maar doodgaan aan roken.”
Maar aan die belangrijke tafels zitten natuurlijk geen kinderen. Ik kreeg juist de indruk dat de tabaksfabrikanten iets beter bezig zijn, met die akelige plaatjes van doodzieke mensen op de pakjes.
“Dat is niet hun idee, hoor. De Europese Unie heeft er een richtlijn over aangenomen. Veel te laat overigens. De EU loopt achter op een heleboel landen en Nederland bungelt al helemaal onderaan. Kijk, wat nog steeds een ongekend effect heeft op kinderen zijn de leuke, knappe meisjes die een rood Marlboropakje op tafel leggen. Het beste wat je daartegen kunt doen, is een merkloos pakje introduceren in een saaie, vieze moeraskleur, met een eng medisch plaatje erop. Die combinatie is het meest effectief, weten we bijvoorbeeld uit Australië waar nog maar tien procent van de bevolking rookt sinds ze merkloze, saaie pakjes hebben. Wat doen we in Nederland? Alleen het nare plaatje. Die moeraskleur zonder merk, nee, laten we dat nou maar niet doen.”
Waarom niet?
“Vraag het minister Schippers. Sinds haar aantreden in 2010 is het bergafwaarts gegaan met het Nederlandse ontmoedigingsbeleid. Zij heeft het horecaverbod teruggedraaid voor kleine cafés, professionele hulp bij stoppen uit het basispakket gehaald, de antirookcampagnes afgeschaft en Stivoro, het expertisecentrum voor tabakspreventie, opgeheven.”
Heeft ze een minnaar bij Philip Morris?
“Zo romantisch is het niet, vrees ik. Ze vindt gewoon dat tabaksproducten tot de vrije markt behoren en dat iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen om te stoppen. Dan zeg ik: roken is net zo verslavend en schadelijk als cocaïne en heroïne, wees consequent en maak die middelen ook vrij beschikbaar tussen de pepermuntjes en de kranten in de supermarkt. Dat onwenselijke scenario zie je niet je voor je, toch? Vandaar dat er dertig mensen per jaar doodgaan aan heroïne en twintigduizend mensen aan tabak, want dat kun je op elke straathoek kopen. Een kind van negen kan al drie sigarettenmerken noemen. Dat moet stoppen. Die flitsende pakjes moeten weg, uit beeld. Als we dat doen, plus het aantal verkooppunten minimaliseren van zestigduizend naar vijftienhonderd en we verhogen de prijs naar 18 euro gaan we snel verschil zien. Dat heeft niets van een experiment: we weten wat werkt, het is allemaal driedubbeldwars bewezen.”
Is er niets te zeggen voor de eigen verantwoordelijkheid waar Schippers op hamert?
“Ik denk dat zij erg weinig snapt van verslaving. Of weinig wil snappen want zo ingewikkeld is het niet. Iedereen kan beginnen met roken, maar hoe makkelijk je kunt stoppen is bepaald door je genen en door je omgeving. Als je verslavingsgevoelig bent en veel van je familieleden en vrienden roken kun je het mensen niet kwalijk nemen dat ze verslingerd raken aan sigaretten, al helemaal niet als je bedenkt hoeveel verslavingsbevorderende spulletjes de tabaksindustrie in een sigaret stopt.”
Wat vindt u van de heat stick, de nieuwe rookvrije sigaret?
“We zouden die hele heat stick moeten negeren. Tabaksfabrikanten doen alsof ze nu ineens weldoeners zijn door een gezondere sigaret te maken. Ik geloof er niets van. Het is allemaal strategie om mensen aan het roken te krijgen en te houden. Wij moeten stoppen met roken om hun heat sticks te roken, dat is wat ze zeggen. Wat nou? Zij moeten stoppen met tabaksproducten maken. Doe het goeie, doek de handel op. Maar goed, zo zal het niet gaan. De belangen zijn veel te groot.”
De heatstick verhit tabak in plaats van het te verbranden. Krijgen we daar geen kanker van?
“Jawel, net als dat we mondkanker krijgen van pruimtabak kauwen. Het aantal patiënten zal waarschijnlijk afnemen, dat wel. Maar we weten nog veel te weinig van de effecten. Het idiote van de tabakswet is dat je een nieuw product niet hoeft te testen. Moet je eens kijken wat een papierwinkel aan bewijs je moet meebrengen als je een vetvrije kaas of suikervrije babyvoeding op de markt wil brengen. Maar een nieuwe en zogenaamd gezondere manier om nicotine binnen te krijgen? Ga je gang. Gelukkig heeft Van Rijn besloten dat er geen reclame voor de heat stick mag worden gemaakt. Hij zei: ‘Ik ben staatssecretaris van volksgezondheid, niet van halve volksgezondheid.’ Dat ben ik met hem eens. Maar goed, verder doet hij ook weinig om kinderen niet meer verslaafd te maken.”
Heeft hij niet de minimumleeftijd waarop je sigaretten mag kopen verhoogt van zestien naar achttien?
“Daar heeft het ministerie luidkeels goede sier mee gemaakt, ja. Het is een vorm van window dressing waar ik zo ontzettend klaar mee ben. Er zijn talloze onderzoeken waaruit blijkt dat het opkrikken van de leeftijdsgrens niet werkt zonder strenge controle. Dat wist iedereen allang toen de leeftijdsverhoging van kracht werd. Wat is het gevolg? Er wordt niet of nauwelijks gecontroleerd en het aantal rokers onder de achttien neemt niet af. Kinderen kennen hun plekjes, ze hebben allemaal een Jumbo of Dirk waar het wel lukt. En weet je, dankzij die veertien miljoen documenten ken ik de ware aard van de tabaksfabrikanten inmiddels zo goed, ik trap nergens meer in.”
Ze maken natuurlijk genadeloos gebruik van het gegeven dat de meeste kinderen niet nadenken over hun sterfelijkheid.
“Nee, kinderen overzien de gevolgen van roken niet op het moment dat ze verslaafd raken. Het is net als de beroemde marshmallow-test waarbij je een kind alleen laat met één marshmallow en belooft dat het er nog één bij krijgt als het lukt die ene marshmallow niet op te eten in je afwezigheid van een paar minuten. Natuurlijk zijn er kindjes die rustig blijven wachten zonder de marshmallow aan te raken, maar er zijn er een heleboel die het ding naar binnen proppen zodra ze alleen zijn omdat ze nog niet zo ver in de toekomst kunnen denken. Wat we voor ogen moeten houden is die 37 procent rokers onder Nederlanders tussen de twintig en de dertig. Dat is een direct gevolg van de jaren ervoor. Mensen beginnen niet meer na hun twintigste. Dat weet de tabaksindustrie beter dan wie ook. Get them while they are young, dat is en blijft de strategie, hoe begaan ze ook over proberen te komen. Sigarettenfabrikanten hebben winstoogmerk. Zonder aanwas van kinderen zijn ze weg. We moeten sigarettenpakjes heel duur, moeilijk verkrijgbaar en lelijk maken, dat is het enige wat werkt, ik kan het niet vaak genoeg roepen, hopelijk niet voor altijd in de woestijn. Het is hoog tijd dat we als bevolking activistischer optreden tegen roken.”
Roken directieleden van tabaksfabrikanten zelf ook?
“De meeste niet. Zoals ze zelf schrijven aan elkaar: ‘We don’t smoke the shit, we only sell em to the black, the poor and the young’. En ik geloof ook oprecht dat ze liever niet hebben dat hun kinderen ermee beginnen. Het zijn niet de lippen van hun eigen nageslacht die ze willen. Het probleem is dat ze weinig zieke mensen om zich heen zien. Net als minister Schippers. Ze leven allemaal in de toplaag van de maatschappij waar iedereen slank en succesvol is, niet rookt en veel bladgroente eet. Het zijn vooral de lager opgeleiden die veel en lang blijven doorroken. Daardoor gaan ze tien jaar eerder dood en hebben ze twintig jaar langer gezondheidsproblemen.”
“Natuurlijk moeten we niet alle verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid bij hen wegnemen, maar we moeten ze wel beter helpen. Het idee leeft nog steeds dat stoppen met roken iets is dat je gewoon doet, zelf, op 1 januari. Laatste sigaret bij de champagne, paar weken uit je humeur, klaar. Er zijn mensen die het zo lukt, er zijn er veel meer bij wie dat niet gaat. Je moet rokers niet stigmatiseren want daarmee marginaliseer je ze, maar in feite zijn het gewoon junkies. Staat ook in de papieren van de tabaksfabrikanten: A cigarette is a nicotine delivery device and in fact we are drug dealers.”
Heeft u uw kinderen kunnen behoeden?
“Ze zijn er alledrie altijd afgebleven. Of dat door mij komt, weet ik niet. Ze hebben natuurlijk mijn woede tegen de tabaksindustrie volop meegekregen. Ze weten gewoon veel. Veel van hun vrienden roken of rookten wel. Toen de jongens hier hun eenentwintigste verjaardagsdiner vierden stond tachtig procent van de gasten op de stoep te roken.”
U woedend naar buiten.
“Nee, ik val rokers nooit aan. Wel probeer ik ze te vertellen hoe het zit. Kennis verspreiden zonder moralistisch te zijn kan een groot verschil maken. Ongevraagd advies geven werkt echter averechts.”
Ik fietste gisteren langs Tuschinski waar een verkleedfeestje aan de gang was. De trappen stonden vol prachtig aangeklede, knappe, jonge mensen die vol overgave stonden te roken.
“Ik weet het. Gratis reclame voor de industrie. Zolang die taferelen blijven bestaan, hebben ze geen billboards of commercials nodig. Beeldvorming doet meer dan woorden, het is zo intens. Neem nu ook de affiches voor de film Soof 2. Soof die lekker vrolijk ligt te roken. Ook gratis reclame. Dat is zo oneerlijk want wij kunnen onze kant moeilijk laten zien. Mijn patiënten zijn bezig met ziek zijn, met alles wat mogelijk is om hun leven te verlengen. Ik kan je vertellen, als je kotsmisselijk bent van de chemo en bang bent dat je je kinderen niet zult zien opgroeien, heb je geen zin in een televisie-interview. De slachtoffers krijgen geen podium. Al die honderdduizenden zieken en doden, je ziet ze niet. Zij verdwijnen sprakeloos in de anonimiteit.”
Krijg je nog vaak te horen: mijn opa rookte twee pakjes blauwe Gauloises per dag en die is zevenennegentig geworden. Of is dat echt heel erg een jaren negentig opmerking?
“Nee hoor, ik krijg hem vaak. Tijdens lezingen stip ik dat ook aan. Dan laat ik een Youtube- filmpje zien van een moedereend die met tien kleintjes over een rooster in de weg loopt. Dat gaat snel, hoor. Als ze aan de overkant is, heeft ze er nog maar eentje over. In het echt heeft de verkeerspolitie ze allemaal gered. Dat vertel ik er niet bij. Waarom zou ik ook? Zolang de overheid ons bescherming weigert tegen tabaksverslaving is het een overbodig detail.”
EQ