PS Persoonlijke toevoeging aan het interview: 

Het is een krachtig verhaal over de strijd tegen de tabakslobby. Het is op geen enkele manier de bedoeling geweest om een strijd te voeren tegen vroeg -diagnostiek. In het gesprek met Annemart van Rhee, de journalist, kwam aan de orde dat veel patienten sterven en of ik daar niet bang door word ook ziek te zijn en snel te sterven.  Om dat te weerleggen maakte ik de opmerking dat dat niet het geval is, integendeel,  “ik gooi zelfs bevolkingsonderzoek in de prullenmand”. Waarom ik dat doe? Daar ging het interview niet over… Deze uitspraak kwam echter wel op de voorpagina van het AD én op het magazine en deed veel stof  opwaaien. Het dekte de lading van het interview op geen enkele manier. Het is niet de bedoeling geweest om aandacht voor screenen te vragen , niet in positieve , niet in negatieve zin.

Ik zit overigens in de werkgroep longkanker screening bij (ex) rokers van de NVALT ( Nederlandse Vereniging van Longartsen en Tuberculose) waar ik een groot voorstander van ben, in combinatie met een goede rookstop en primaire preventie: screenen op longkanker terwijl er tegelijk niets aan de grote oorzaak wordt gedaan: terwijl elke dag 75 kinderen beginnen met roken, dat is dweilen met de kraan open…   Of ik te zijner tijd  ook die aanvraag ( want ik voldoe aan het aantal pack years…) in de prullenbak gooi? Ik denk het wel……. 

 

 

Longarts Wanda de Kanter: ‘Ik wil niet in de klauwen van de zorg vallen’
INTERVIEW Annemart van Rhee 24-03-18

Longarts en antitabaksactivist Wanda de Kanter staat dagelijks oog in oog met de dood. Preventie is haar drijfveer, maar voor zichzelf wil ze daar niets van weten.

https://www.ad.nl/lifestyle/longarts-wanda-de-kanter-enlsquo-ik-wil-niet-in-de-klauwen-van-de-zorg-vallenenrsquo-br~a6cec44f/

Ik ben nul komma nul hypochonder

Toen haar drie kinderen klein waren, was Wanda de Kanter (58) soms panisch tijdens een bezoek aan haar schoonouders. Die woonden op een boerderij omgeven door veel water. Een prachtig plaatje en een mooie speelplek, maar ook het scenario voor de ultieme nachtmerrie.

,,Tijdens mijn coschappen heb ik op de Eerste Hulp gezien hoe snel peuters en kleuters overlijden door verdrinking. Eén moment van onachtzaamheid en het leven staat op zijn kop. Zelfs een ondiep vijvertje is fataal. Mijn grootste angst: onnodig vroegtijdig doodgaan.

Later, toen mijn kinderen door Amsterdam fietsten om naar school te gaan, sloeg de paniek opnieuw toe. Ik bleef erop hameren dat ze voorzichtig moesten zijn, elke dag weer. Aan rampen kan ik niks doen. Iemand kwijtraken terwijl dat te voorkomen zou zijn geweest, lijkt mij onverteerbaar.’’

Nu haar kinderen volwassen zijn, vertrouwt De Kanter op hun eigen oordeel en keuzes. Haar dochter van 25 verwisselde haar studie geneeskunde voor het conservatorium. Haar 22-jarige zoons – een eeneiige tweeling – zetten onlangs hun studies psychologie en rechten in de parkeerstand. De een loopt nu stage in de keuken van sterrenrestaurant Kadeau in Kopenhagen, de ander zit in het bestuur van zijn studentenvereniging.

,,Ik vind het juist mooi dat ze een andere weg gaan. Ze moeten datgene doen waar ze energie van krijgen. Ik zal nooit zeggen: je moet zus of zo. Of roepen: als je maar gelukkig wordt. Want hoe moeilijk is dat: gelukkig worden in het leven?’’

Dat nachtmerries realiteit worden, ziet De Kanter – die onlangs van het Openbaar Ministerie hoorde dat zij niet tot vervolging van de tabaksindustrie wil overgaan – dagelijks in haar spreekkamer in het ziekenhuis Antoni van Leeuwenhoek. ,,Evenals onnodig vroegtijdig doodgaan. Kanker, COPD, klaplongen; alle rookgerelateerd. Zonder sigaretten zou misschien wel 80 procent van de longartsen en 30 procent van de cardiologen naar huis kunnen’’, aldus de Amsterdamse, ooit een verstokt roker. Ze stopte pas toen ze 47 was, nadat haar dochter haar er huilend om had gevraagd. Sindsdien strijdt ze tegen de sigaret, de tabaksindustrie en de gevolgen van roken. Vanwege haar ongeëvenaarde fanatisme en uitgesproken optreden in de media wordt zij geroemd en gehaat.’

Zijn er momenten dat je niet aan rookgerelateerde zaken denkt?
,,Ondanks slecht nieuws en verdriet kunnen de gesprekken mooi en soms zelfs leuk zijn.”
,,Ondanks slecht nieuws en verdriet kunnen de gesprekken mooi en soms zelfs leuk zijn.” © Erik Smits
,,Ja, als ik met mijn gezin of vrienden aan tafel zit. En als ik naar The Bridge kijk op Netflix, zo’n prachtige meeslepende serie. Maar verder niet. Vrienden en familie noemen mij ‘een wandelend hoofd’.

Ik doe zelden niks. Ook tijdens een lang weekend weg blijf ik online stukken lezen. Ik sta altijd aan: ik laat van me horen op sociale media, maak columns, geef lezingen en spit mijn vijf kranten door op zoek naar nieuws. Maar is lezen werk? Ik wil gewoon op de hoog­te blijven. En dat is moeilijk genoeg.

Er verschijnen per dag zevenduizend artikelen op mijn vakgebied; over mutaties van kankersoorten, nieuwe medicijnen en ontwikkelingen. Dat zorgde aanvankelijk voor stress: hoe kan ik in vredesnaam up-to-date blijven? Door het werk te lezen van grote changers begreep ik: ik moet op een andere manier met kennis omgaan. Meer googlen naar specifieke informatie en praten met mensen met extreem veel kennis. Een gesprek van een uur met een deskundige chirurg of internist levert meer op dan het lezen van twintig boeken. Het gaf me rust dat ook collega’s zich suf piekeren hoe ze die informatiestroom moeten ver­werken.’’

Ga je weleens shoppen met een vriendin? Sporten?
,,Sporten vind ik saai, tijdverspilling. Ik schaam me ervoor dat ik het niet doe, het zou goed voor me zijn. Ik beweeg alleen door te fietsen naar mijn werk. Ik ga zelden de stad in. Ik heb ook al 25 jaar niks aan ons huis gedaan. Ik kom er niet toe. Soms denk ik: er moet iets gebeuren. Maar verbouwen… alsjeblieft zeg. Ik kocht hooguit een nieuw lampje. Dat vind ik dan erg leuk, die ene keer dat ik wél met een vriendin shop.’’

Wanda de Kanter staat doordeweeks om half 7 op, in het weekend een half uurtje later. Ze werkt nu vijf jaar drie dagen per week als longarts in het Antoni van Leeuwenhoek, de andere dagen besteedt zij aan haar gevecht tegen roken en de tabaksindustrie. Haar routine in het ziekenhuis: spreekuren – iedere patiënt krijgt een kwartier – , second opinions uit het hele land, belafspraken met huisartsen en een enorme administratie bijhouden. Ook is er multidisciplinair overleg: met chirurgen, radiotherapeuten en mole­culair biologen bespreekt ze de loodzware behandelingen. Immuun­therapie, chemo, bestralingen, operaties of een combinatie daarvan. Per jaar ziet ze met haar team zo’n tweeduizend longkankerpatiënten, van wie bijna 85 procent na vijf jaar is overleden.

,,Soms wordt het ook mij te veel. Niet dat ik in de spreekkamer in snikken uitbarst, maar thuis ben ik weleens in tranen. Het meest aangrijpende vind ik jonge mensen die geen afscheid kunnen nemen van hun kinderen. Een jonge moeder lag dood te gaan terwijl haar kind op schoolreisje was. We hebben haar geprobeerd te overtuigen: zeg gedag, laat een brief of filmpje achter. Maar ze kon het niet. Ik begrijp het wel… Heartbreaking. Of die vader van 40 die door een hersenmetastase – 40 procent van de longkanker­patiënten krijgt uitzaaiingen in zijn hoofd – agressief werd richting zijn kinderen. Hoe leg je hen dat uit? Dat die zorgzame man definitief veranderd is? Onlangs nog een veertiger die acuut bijna stikte doordat een tumor zijn rechterlong afsloot, terwijl zijn vrouw met baby op de arm in paniek toekeek. Dat is verschrikkelijk. Net als een massale longbloeding waarbij verpleegkundigen een patiënt bijstaan die golven bloed opgeeft. Ik kan ook enorm opzien tegen een afspraak als ik slecht nieuws moet brengen.’’

Ik ben niet tegen rokers, ik ben er zelf een geweest
Hoe verwerk je die stroom aan ellende?
,,Ik vertel mijn man erover, zonder namen te noemen uiteraard. Of ik ga ’s avonds met vrienden wat eten. Ik denk weleens: zal ik maar gewoon op wereldreis gaan, alles achter me laten? Maar die gedachte duurt nooit lang. Zolang ik leef, wil ik met mijn strijd een bijdrage leveren aan het uitbannen van sigaretten en de gevolgen van roken. Zo’n 80 tot 90 procent van de longkankergevallen is te voorkomen, preventie is mijn drijfveer.’’

Ga je ooit tevreden naar huis?
,,Toch wel. Dit ziekenhuis zindert van de ambitie en hoop, en dat is besmettelijk. Ondanks de cijfers ben ik hoopvoller geworden: er zijn kansen door immuuntherapie, er komen nieuwe behandelingen en medicijnen bij. Daarnaast voel ik mij goed als ik alles zorgvuldig heb afgewerkt. Spreekuur, administratie, overleg. De ontmoetingen en het contact met patiënten zijn de crux van mijn werk. Ondanks slecht nieuws en verdriet kunnen die gesprekken mooi en soms zelfs leuk zijn, hier wordt niet alleen maar gehuild.’’

Denk je door al die confrontaties zelf weleens: ik heb iets onder de leden?
,,Mijn nichtje en ik rookten vanaf ons 11de jaar. Zij is overleden aan longkanker op haar 40ste en ik heb lang gedacht: dat kan mij ook overkomen. Vroeger droom­de ik geregeld dat ik long­kanker kreeg. Dat ik doodging en werd uitge­lachen omdat het mijn eigen schuld was en dat ik me daarvoor schaamde.

Inmiddels heb ik dat niet meer. Ik ben nul komma nul procent hypochonder. Sterker: ik gooi alle oproepen voor bevolkingsonderzoeken meteen in de prullenbak. Voor mij geen uitstrijkjes of borstfoto’s. Ik doe al die dingen niet.

En mijn man en kinderen hoeven dat van mij ook niet. Als een ziekte mij overkomt, dan is dat maar zo.’’

,,Ik ga de strijd aan met de tabaksproducenten.”
,,Ik ga de strijd aan met de tabaksproducenten.” © Erik Smits
Hè? Je hebt het toch steeds over het belang van preventie en vroeg ingrijpen?
,,Tja, misschien is mijn houding gek, ja. Waarschijnlijk is het mijn angst voor de medische stand, ik wil niet in de klauwen van de zorg vallen. Mijn man en kinderen weten ook precies wat ik wel en niet wil. En dat betekent vooral dat ik niks wil als het te erg wordt, dan wil ik dat het ophoudt.’’

Zelf bied je patiënten ongelooflijk lang behandelingen aan.
,,Sommigen zeggen inderdaad: dokters gaan te lang door. Ik vind het mooi als mensen er alles voor over hebben om verder te willen. De drive om te leven. We zullen tot op het laatst blijven zoeken naar een oplossing, maar geven nooit valse hoop. Ik vind het tegelijk ook mooi als iemand besluit te stoppen met een behandeling. Als die persoon goed weet wat de feiten zijn en de kansen.’’

Hoe voelde je je na het besluit van het Openbaar Ministerie de tabaksindustrie niet te vervolgen?
,,Als aangevers wisten we van tevoren dat dit waarschijnlijk de uitkomst zou zijn: het is zo’n grote en ingewikkelde kwestie. Daarom hadden we met elkaar bedacht hoe we ons zouden voelen: teleurgesteld op een realistische manier. Maar toen ik de flinterdunne argumenten hoorde die op compassieloze wijze werden gebracht richting patiënten Anne Marie van Veen en Lia Breed – ‘elke sigaret is je eigen keuze’ – werd ik enorm verdrietig en opstandig van binnen.

Ik vond het oneerlijk: is er dan niets gedaan met de onderzoeken die bewijzen dat je hersens van structuur veranderen door roken? Dat sprake is van een verslaving in plaats van vrije keuze? Onvoorstelbaar.

Een dag na de uitspraak moest ik naar de begrafenis van mijn 80-jarige schoonmoeder die aan Parkinson was overleden. Een emotionele achtbaan, ik wist niet meer welk gevoel bij wat hoorde. Zeker toen ik mensen hoorde zeggen: ‘Laat mij lekker roken, ik hoef niet zo oud te worden om dan op zó’n manier dood te gaan’. Parkinson of dementie is toch geen reden om jezelf op je 40ste kapot te roken.’’

Je hebt veel bijval, maar ook veel tegenstanders. Wat krijg je naar je hoofd geslingerd?
,,Werkelijk van alles. Vooral op Twitter. Opmerkingen over de inhoud van de zaak, over mijn uiterlijk, gescheld dat ik dom of gek of alle twee ben, commentaar dat ik me niet met andermans zaken moet bemoeien. In het begin had ik er slapeloze nachten van. Nu blokkeer ik die mensen. Geen idee om welke aantallen dat gaat, maar het zijn er veel. Mensen voelen zich aangevallen en dat vind ik jammer. Ik ben niet tegen rokers, ik ben er zelf een geweest.

Ik ga de strijd aan met de producenten. Ik wil daarbij de kwetsbaarheid van kinderen aantonen: twee op de drie die experimenteren worden dagelijkse rokers. En dat speelt zich vooral af in bepaalde milieus: op het vmbo wordt tien keer zoveel gerookt als op het vwo. Om dan te zeggen dat je voor rokers de ziektekostenpremies omhoog moet gooien, vind ik niet getuigen van solidariteit. Je gaat voorbij aan het feit dat zulke kinderen opgroeien in een omgeving waar agressie, alcoholisme en werkloosheid heersen. Een heel scala aan ellende. Dat ze misschien in de baarmoeder al verslaafd raakten doordat hun moeders rookten. Zoals dikke mensen dikke huisdieren hebben en dikke kinderen. Dat is een patroon. Die curve wil ik bij roken doorbreken.’’

,,We wachten middels een artikel 12-procedure de uitspraak van het Hof af. En we blijven lobbyen en netwerken bij mensen en organisaties die invloed kunnen uitoefenen. Meer druk zetten op de politiek om de wetgeving te veranderen. Sigaretten moeten niet langer in de kiosk en supermarkt te koop zijn voor een paar euro. Zorg ervoor dat alleen een paar vergunninghouders ze mogen aanbieden

en maak een pakje 20 euro of duurder. Een 16-jarige zal niet zo snel een uur op de fiets gaan zitten om zo’n bedrag aan sigaretten uit te geven. Het zal moeilijk worden, want de overheid en producenten verdienen er nu eenmaal bakken met geld aan, maar als we dit voor elkaar krijgen, sterft roken uit bij de jongere generaties.’’

Paspoort
Wie: Wanda de Kanter, Koppenol
Geboren: 4 mei 1959 in Den Haag.
Opleiding: Studeert geneeskunde in Leiden. Volgt daarna op­leidingen interne geneeskunde (Gouda) en longziekten (VUMC Amsterdam).
Loopbaan: Treedt in dienst bij VUMC als Longarts Chef de Clinique. Na drie jaar naar het Rode Kruisziekenhuis in Beverwijk. Sinds vijf jaar longarts in het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis. Voert al tien jaar strijd tegen de tabaks­industrie, onder andere als lid van de International Association for the Study of Lung Cancer en als voorzitter van de stichting Rook Preventie Jeugd.
Privé: Getrouwd, moeder van drie kinderen.

Advertentie