“De VvAA-bijeenkomst van 28 maart over de effecten van tabaksconsumptie onderstreepte dit heel nadrukkelijk”, vertelt ze. “Medisch specialisten uit 20 disciplines vertelden daar wat de gevolgen ervan zijn voor de ogen, de huid, het hart et cetera.”
De Kanter verwijst hiernaar in antwoord op de vraag waar zij (en haar college Pauline Dekker, samen vertegenwoordigd in de Stichting Rookpreventie Jeugd, www.stichtingrookpreventiejeugd.nl) voor staat en wat geoorloofd is om dat doel te bereiken. “Waar ik voor sta is samenwerken om te bereiken dat kinderen niet gaan roken”, zegt ze. “Als je als arts bent opgeleid, doe je alles wat medisch verantwoord is om dat doel te bereiken. Als onderzoek aantoont dat immuno-oncologie werkt in de behandeling tegen bepaalde kankers, dan pas je het toe. Dan zeg je niet: ‘Laten we eerst nog eens een eigen onderzoek doen en afwachten tot we daarvan over vijf jaar de resultaten hebben’. Je onthoudt als arts niet je patiënten iets wat evidencebased werkt. Met tabaksconsumptie is het net zo. We weten dat twee derde van de kinderen die de eerste sigaret rookt verslaafd raakt. We weten dat 80% begint voor het 18e levensjaar en dat het beperken van verkooppunten tot tabaksspeciaalzaken met een vergunningenstelsel ID-controle mogelijk maakt. We weten dat in de laagopgeleide groep mannen tussen 25 en 45 jaar 50% rookt, dat twee derde daaraan doodgaat en dat 30% dit al voor zijn pensioen doet. Roken is een ‘lage SES-ziekte’: gezinnen in deze categorie verroken vaak voor 4000 euro per jaar. Ook weten we op basis van onderzoek dat 80% van de rokers liefst vandaag zou stoppen als er een wonderpil bestond die dit mogelijk maakte.”
Wat De Kanter hiermee wil zeggen is dat het beschikken over deze kennis voor artsen een verantwoordelijkheid met zich meebrengt om daarnaar te handelen. “En dat de manier waarop Pauline en ik dat doen geen activisme is, maar simpelweg vasthoudendheid”, zegt ze.
Betaalbaarheid en beschikbaarheid
‘Ieder jaar dat er niets gebeurt om te voorkomen dat kinderen gaan roken, gaan 20.000 mensen dood aan tabaksconsumptie’, is een bekende quote van De Kanter. En dat is nog maar het topje van de ijsberg, voegt ze eraan toe. Nederland telt 500.000 mensen met COPD en 200.000 met macula degeneratie, 30% van het aantal gevallen van hartfalen is gekoppeld aan tabaksconsumptie. Wat helpt wel en niet om deze getallen omlaag te krijgen? “Voorlichting op scholen helpt niet”, zegt De Kanter. “Het enige wat helpt, is de betaalbaarheid en de beschikbaarheid van tabaksproducten aanpakken. Daarom ben ik ook zo teleurgesteld over de uitkomst van het preventieakkoord, om vooralsnog alleen de tabaksaccijns met een euro te verhogen en de uitkomsten van verder onderzoek af te wachten. Het argument van de tabaksindustrie dat verdere accijnsverhoging smokkel in de hand zou werken, is onzin. We weten dat in landen waar de prijs het hoogst is het minst wordt gesmokkeld. Bovendien: kinderen smokkelen niet.”
Op de beschikbaarheid van tabaksproducten zit nu geen enkele rem, stelt De Kanter. “Ondertussen daalt het aantal kinderen dat rookt niet en stijgt het aantal vrouwen met kanker”, zegt ze. “Dit jaar gebeurt er niets om het tij te keren en vorig jaar is er ook niets gebeurd. Het is dus echt tijd voor een effectieve, emotionele, ‘hard hitting’-campagne.”
Overheid aan zet
De uitspraak van het Hof in de strafzaak die De Kanter en Dekker tegen de tabaksindustrie hadden aangespannen, heeft duidelijk gemaakt dat tabaksconsumptie verslavend en dodelijk is en slechts één doel dient: financieel gewin, maar dat het legaal is en dat dus de overheid aan zet is om hierin verandering te brengen. ‘Een Kamerfractie die hen ronduit wil steunen is zo makkelijk nog niet te vinden’, schreef Trouw echter recent. Zou een alliantie van artsen een rol kunnen spelen om dit te veranderen? Het pleidooi om daartoe te komen, klonk tijdens die VvAA-bijeenkomst van 28 maart.
“Even voor de goede orde”, zegt De Kanter, “dat was geen oproep van ons en ik weet niet eens of wij tweeën er een actieve rol in zouden moeten spelen. Het was een van de aanwezigen die het opperde. Maar ik denk zeker dat het zinvol zou zijn als een grote groep artsen zich tot dit doel zou verenigen. Van de artsen die actief zijn binnen de KNMG en de Federatie Medisch Specialisten hoor ik dat zij vaak voor bestuurlijke overleggen in Den Haag komen. Zij weten de weg in het Haagse circuit en kunnen dus zeker invloed uitoefenen om duidelijk te maken dat roken geen vrije keuze is, maar een verslaving.”
Geen vrije keuze
Met het begrip vrije keuze verwijst De Kanter rechtstreeks naar het begrip vrijheid, dat de tabaksindustrie maar wat graag gebruikt om de emotie van het roken te duiden. “Een van de belangrijkste dingen die we als artsen kunnen doen, is benadrukken dat van die vrijheid geen sprake kan zijn”, zegt De Kanter. “In Paul Blokhuis hebben we een staatssecretaris die het hart op de juiste plaats heeft en ook de ambtenaren van het ministerie van VWS begrijpen de problematiek en doen goed werk. Maar dit betekent nog niet dat politieke partijen openstaan voor discussie. Vooral bij partijen die vrijheid hoog in het vaandel hebben staan, ligt discussie over het aan banden leggen van de tabaksconsumptie heel gevoelig. En reken maar dat bij de winst van Forum voor Democratie bij de laatste verkiezingen de vlag uitging bij de tabaksindustrie, die toch al zulke grote belangen heeft in de Eerste Kamer.”
Makkelijk zal het dus – ook met een alliantie van medici – niet worden om politiek de geesten rijp te maken voor een actieve aanpak tegen tabaksconsumptie. “Toch zal er iets moeten gebeuren”, zegt De Kanter, “want doorgaan op de ingeslagen weg wordt gelet op de toename van de zorgkosten die daaruit voortvloeit onbetaalbaar. Het zou al veel schelen als één procent van de omzet van de tabaksindustrie in een preventiefonds wordt gestopt.”
Overleg
De beslissing van Alliantie Rookvrij om de banden met Stichting Rookpreventie Jeugd te verbreken heeft De Kanter en Dekker veel steunbetuigingen opgeleverd. “En in een week tijd 29.000 euro financiële ondersteuning van individuen, zonder dat we hiertoe een oproep hebben gedaan”, zegt De Kanter. “De steun die we van alle kanten ontvangen is echt enorm, en is heel oplossingsgericht.” Betekent dit dat de partijen toch weer bij elkaar zullen komen? “Er is nu overleg op bestuurlijk niveau met hulp van een bemiddelaar om tot een nieuwe vorm van samenwerking te komen”, zegt De Kanter. “Belangrijk hierbij voor ons is dat er dan ook weer sprake is van financiële samenwerking. We doen zoveel we kunnen – onbezoldigd en gewoon in onze vrije tijd naast ons werk als longartsen – maar we kunnen niets met nul euro.”