Geschreven voor artsennet.nl, februari 2014
“En de hand die vertelde dat je er was is verdwenen in de hand die daar ligt en dat niet meer is”, Rutger Kopland.
Maandagavond 10 februari 2014 krijg ik een sms: Els Borst is overleden. De schok is groot. Een paar dagen geleden had ik haar nog gezien en gesproken. Topfit en volledig in charge. Over longkanker, en vooral hoe – en twintigduizend jaarlijkse vermijdbare tabaksdoden – te voorkomen.
Als geen ander ging zij tijdens haar ministerschap de tabaksindustrie te lijf. Zij weigerde hen te ontmoeten. Omdat zij wist dat de tabaksindustrie maar één belang kon hebben: het verkopen van tabak, aan zo veel mogelijk kinderen. Als geen ander zag zij het belang in van het WHO akkoord dat Nederland in 2005 ondertekende, waarin werd vastgelegd dat de Staat de tabaksindustrie niet mag ontmoeten. Zij deed dat in haar tijd als minister van Volksgezondheid al niet.
De tabaksindustrie vroeg zelfs Wim Kok Els Borst in toom te houden.
http://www.tabaknee.nl/nieuws/nieuws/46-nieuw-op-de-site/333-els-borst-ging-tabakslobby-te-lijf
Het verdriet en ongeloof groeit als blijkt dat zij is vermoord.
De herdenkingsdienst in de Dom is verpletterend. De vele sprekers schilderen de “mensch” Els: moeder, grootmoeder, arts, minister van VWS en Staat, lid van raden van advies en toezicht van vele organisaties die zich bezig houden met de belangen van de patient.
Wat zij als arts-minister voor elkaar kreeg: de euthanasiewet, de donorregistratie. Zij zorgde voor een sterke aanscherping van de verkoop van tabak aan kinderen.
Zij ging altijd uit van de patient: dankzij een groot empathisch vermogen en door het lijden wat zij zelf gezien en ervaren had. Zij nam niet zichzelf als uitgangspunt, maar dacht vanuit de patient en vanuit de omgeving van de patient. Zij zette zich in voor patiënten verenigingen, palliatieve zorg, en moeilijke discussies rond het levenseinde. En voor onze Stichting Rookpreventie Jeugd. Want ook zij was er van overtuigd dat als kinderen niet beginnen met roken je de tabaksepidemie kunt keren.
Hoe kan het dat op het ministerie van volksgezondheid geen artsen werken?
Hoe kan het dat het grootste goed, het belangrijkste wat we hebben, onze gezondheid, wordt bepaald door politicologen, economen, mensen uit het bedrijfsleven? Zij die maar één doel lijken te hebben: het bedrijfsleven te bedienen en korte termijn gewin. Accijnzen om de staatskas te spekken lijken belangrijker dan kwaliteit van leven en óverleven.
Waar zijn de artsen gebleven in de politiek?
Wie behartigt de belangen van onze (aanstaande ) patiënten? Wie durft in de (verre) toekomst te kijken? Wie heeft kennis van statistiek en epidemiologie, wie legt verbanden van korte termijn winst versus leed in de toekomst? In een land met op elke hoek een MacFry, sigaretten, wodka, voor ieder kind, zonder enige leeftijdscontrole.
Wie zorgt voor een omgeving waar ouders worden geholpen hun kind te behoeden voor ellende later? Een arts die weet dat vrije keuze zo een relatief begrip is als je twaalf bent en omgeven wordt door verleidingen der vrije markt. Een arts voor de toekomst.
Geef een reactie